vrijdag 29 april 2016

Uitstap met de Vrijwilligers naar "Les Hauts de France" (voormalig "Nord Pas de Calais-Picardie"


Als dankbetuiging voor onze regelmatige inzet voor de Vrienden alsook voor de Musea heeft het bestuur van de Vrienden Stedelijke Musea Brugge ons uitgenodigd voor een bezoek aan Roubaix en Lille.

Om 10u30 zijn wij verwacht in La Villa Cavrois in Croix  voor een vrij bezoek aan dit pas gerestaureerd modernistisch gebouw van architect Robert Mallet-Stevens. Voor een voorsmaakje : www.villa-cavrois.fr


De villa Cavrois, een werk van de architect Robert Mallet-Stevens, figuur van de modernistische stroming, werd tussen 1929 en 1932 in Croix ontworpen en gebouwd, als architecturaal manifest, voor Paul Cavrois, textielindustrieel uit het Noorden, en zijn gezin.













Le bassin de natation



La façade nord
In 1990 werd de villa geklasseerd als historisch monument, dankzij de mobilisatie van de burgers, en in 2001 werd ze verworven door de staat. In 2003 startte de DRAC Nord-Pas-de Calais met gigantische restauratiewerkzaamheden. In 2008 werden ze overgenomen door het Centre des monuments nationaux en de werken zullen in de loop van 2015 voltooid zijn.




La salle à manger des parents



La salle à manger des enfants





Les chambres de jeune homme

La cuisine


Le bureau de Paul Cavrois





La chambre des parents

Le boudoir
La salle de bains








Rond 12u30 vertrekken wij naar het LaM, Lille Métropole  Musée d’Art Moderne, waar wij in het museumrestaurant  zullen lunchen.



Er is dan ook nog ruim de tijd voor een babbel en/of een bezoek aan de vaste collectie inclusief de beeldentuin.












Ik bezoek nu ook nog de vaste collectie


De door Roger Dutilleul begonnen collectie is een van de meest representatieve privécollecties voor de geschiedenis van de moderne kunst van de eerste helft van de 2Oe eeuw. Het fauvisme en het kubisme nemen een centrale plaats in, samen met surrealistische tekeningen en schilderijen en werk van figuratieve kunstenaars van de School van Parijs, van kunstenaars uit Noord-Frankrijk en de naïeve schilderkunst. In navolging van zijn oom begint Jean Masurel (1908-1991) in 1920 zijn verzameling met de aankoop van een gouache van Fernand Léger. Hij erft het grootste deel van de verzameling van Roger Dutilleul en blijft deze uitbreiden tot 1979, het jaar van de schenking aan de gemeente Lille.

Fernand Léger "Femme au bouquet" 1924
De collectie moderne kunst van het LaM wisselt monografisch opgezette series af met de werken van de belangrijkste avant-gardistische stromingen uit de 20e eeuw. De collectie kenmerkt zich door dubbelzinnigheden en tegenstellingen: we zien werken met een sterk expressieve lading, in het bijzonder van kunstenaars van het fauvisme en daaraan gerelateerde stromingen, maar ook kunstwerken en stromingen die bekend staan om hun meer berekende opzet of hun, vaak als 'intellectueel' beschreven, gereserveerde karakter. Het lijden wordt afgewisseld door een zekere ingetogenheid. Het meest typerende voorbeeld is waarschijnlijk Amedeo Modigliani: icoon van de collectie die aan de ingetogenheid een diepgaande nostalgie toevoegt, de onbewogenheid verrijkt met de erfenis van het maniërisme en ongeduld aanvult met het wachten.














Paul Klee, Abendliche Figur (Figure le soir), 1935 © Photo : P. Bernard


De "Art Brut" collectie
In tegenstelling tot de collectie Dutilleul-Masurel is L’Aracine nooit samengesteld of opgevat als een privécollectie. De collectie was aanvankelijk in bezit van een in 1982 opgerichte Frans-Belgische stichting van personen met een gemeenschappelijke interesse voor art brut, een term bedacht door Jean Dubuffet in 1945. Het project zou niet van de grond zijn gekomen zonder de inzet van de oprichters Madeleine Lommel, Claire Teller en Michel Nedjar, die het als hun taak zagen het publiek bekend te maken met een vorm van kunst waarvan de bronnen in de diepere wortels van de mens liggen. In 1984 wordt de collectie voor publiek geopend in een deel van het kasteel Guérin dat de stad Neuilly-sur-Marne beschikbaar stelt. Er worden talrijke exposities georganiseerd; de collectie wordt uitgebreid en L’Aracine wordt in 1986 officieel een museum. Tien jaar later, wanneer de steun van de stad ophoudt, besluit de stichting het museum te sluiten en de 3500 kunstwerken in Villeneuve d’Ascq onder te brengen, waarna ze in 1999 aan Lille Métropole Communauté urbaine worden geschonken.
Een deel van de uitbreiding van het LaM, gebouwd door Manuelle Gautrand, is ingericht als permanente expositieruimte voor de schenking van L’Aracine en er is een Themazaal voor tijdelijke art brut exposities. Het bezoek begint in een brede zaal van waaruit zich andere zalen uitstrekken als de vingers van een hand voor een historische en thematische kennismaking met de art brut.


Emile Josome Hodinos, Bonneterie pour dames, avant 1897 © Photo : P. Bernard


Om 15u45  rondleiding in de tentoonstelling 
 “Amedeo Modigliani, l’oeil intérieur”.  



Zborowski à la canne - 1916

Roger Dutilleul - 1919







Antonia - 1915